Grietje Drewes, 17351789 (leeftijd 54 jaar)

Naam
Grietje /Drewes/
Voornamen
Grietje
Achternaam
Drewes
Geboorte
Doop
2 maart 1735 (leeftijd 1 maand)
Kerkelijk huwelijk
rond 1757 (leeftijd 21 jaar)
Beroep
Daglonersche
Geboorte van een zoon
Geboorte van een dochter
Geboorte van een zoon
Geboorte van een kind
Overlijden van een kind
Geboorte van een zoon
Geboorte van een zoon
Overlijden van een echtgenoot
Notitie: Ten tijde van het overlijden van zijn zoon Jacob in 1786 is zijn verblijfplaats onbekend. Binnen de familie Vink (nakomelingen van Hendrik Vink en Diewertje Kuur, kleindochter van Drewes Levys) gaat het verhaal dat Levie Jacobs die als veekoopman rondtrok met soms misschien een goedgevulde beurs, op de weg van Mensingeweer naar Baflo bij Mattenesse werd vermoord.Gezien het feit dat hij in 1781 nog voor het gerecht in Eenrum verscheen en in 1786 bij de dood van zijn zoon Jacob niet aanwezig was, zou dit tussen 1781 en 1786 gebeurd kunnen zijn.
Overlijden van een zoon
Overlijden
6 november 1789 (leeftijd 54 jaar)
Gezin met ouders
vader
moeder
Huwelijk Huwelijk
zijzelf
Gezin met Levy Jacobs
echtgenoot
zijzelf
Kerkelijk huwelijk Kerkelijk huwelijkrond 1757
5 jaar
zoon
17611828
Geboorte: rond 1761 31 25 Eenrum
Overlijden: 15 april 1828Pieterburen
5 jaar
dochter
17661835
Geboorte: 10 april 1766 36 31 Eenrum
Overlijden: 1 mei 1835Eenrum
3 jaar
zoon
Gedenksteen in de toren van Pieterburen
17691846
Geboorte: 8 mei 1769 39 34 Eenrum of Pieterburen
Overlijden: 15 november 1846Pieterburen
5 jaar
kind
1 jaar
zoon
17731786
Geboorte: na december 1773 43 38
Overlijden: 23 december 1786Eenrum
4 jaar
zoon
Notitie

https://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-berend-deuzeman/I5495.php
Het huwelijk van Levy Jacobs en Grietje Drewes is niet geregistreerd in Eenrum,maar dat trouwboek heeft een lacune van 1735-1770.
In een aantal akten opgemaakt door Rigter Henricus Cleveringa in de periode van 1759-1781 (RAG, Hunsingo, toegang 734, inventarisnr.196, 197 en 203) is sprake van Levij Jacobs resp. Grijtje Dreeuwes.

In een akte (734/196),opgemaakt 3 Nov.1764 met een bijbehorend taxatie uitgevoerd op 11,13, 14 Maij 1765, van goederen nagelaten door Jannes Julles ten behoeve van zijn kinderen bij wijlen Bijwke Tomas en bij zijn weduwe Grietje Berends Bloem is sprake onder het hoofd "Doodskosten" van een post "betaalt aan Levij de Jood voor geleverd"vleis" ten bedrage van 11 Guldens, 7stuivers en 4 centen"

In een akte opgemaakt 3 Juni 1767 (Toeg.734/Invent.nr 197) wordt door de crediteuren van Levij Jacobs de Joode publiek verkocht een "huisje en hutte" staande tot Eenrum op"Strijkgelt Conditien". De gedwongen verkoop vond plaats omdat Levie Jacobs, zoals hij grif toegaf, door de H.W. Geb. Heer G. Alberda van Dijksterhuis geleverde schapen, niet had betaald.

Volgens een akte (25 April 1769;Toeg./Invent.734/203) wordt door Wibbe Sijverts en Trijntje Derks Cleveringa aan Levij Jacobs en Grijtje Dreeuwes een huis verkocht voor 150 Carolus guldens, gelegen tot Eenrum op de "biggestart" op grond van Henrica Wyrsema wed. Dom. J. Metelercamp.

In een akte d.d. 15 Maart 1774 (Toeg./Invent.734/196) behelzende een inventaris opgemaakt na de dood van wijlen Martjen Sikkes, gewezen huisvrouw van Sijmen Pieters, is onder de post "Doodskosten" een bedrag van 1 gulden en 10 stuivers opgenomen voor de levering van vlees door Levij de Jood.

In een akte d.d. 20 Mei 1775 (Toeg./Invent.734/196) betreffende een inventarisatie van de goederen van Trijntje Derks en "wijlen haar Eheman Wibbe Sijwerts" (een manufacturier te Eenrum) wordt onder de tegoeden gemeld een post van 8 gulden, 7 stuivers, 4 cent te betalen door Levij Jacobs.

In RAG 734/446,"Protocol en petities van het gericht te Pieterburen" komt "Levie de Joode" ter sprake op zittingen van 16 Jan. , 13 Febr., en 20 Febr. 1759. Levie klaagt aan een zekere Jannes Tijmens uit den Andel die hem heeft "aangerant" en geslagen, resp. vuistslagen heeft toegebracht. Levie verlangt een conclusie per "wietebrief"(=dagvaarding). Het gericht beveelt een taxatie en moderatie te voldoen door Jannes Tijmens. Op 20 Febr. overlegt Levie een gemodereerde specificatie van 58 gulden die niet is voldaan en hij verzoekt voor genoemde somma executie van goederen van Jannes Tijmens te den Andel. Dit wordt geaccordeerd door het gericht.

Uit RAG 734/140: Commissie gehouden in 't Regthuis te Eenrum den 2 Febr. 1779
In saken Levij Jacobs Impetr.op en tegens Pieter Reints Gede. als ter conclusie:
"De Gede. bragt in commissie voor dat hij op de voormiddag van den 25 Decembr 1778 was gegaan na 't Huis van Levij en gevraagt aan de vrouw of zij een stukjen vlees te koop hadde, waar op zij ja had geantwoord, soo had Gede.gesegt hij wilde het voor zijn Broer Cornellis kopen, waar na Gede. aan de soon gevraagd had hoe swaar dat stukje was dat in 't voorhuis hing, soo had de jonge gesegt van een pond of ses na zijne gedagten, waar op de vrouw van Levij en soon het hem hadden toegewogen op 10 lb soo had Gede. gesegt dat was hem haast al te veel, waar op de vrouw van Levij gesegt hadde joe volk hebben van de morgen ook vlees gekregen en hebben voor het pont twee blanken geven waar voor hij Gede. het ook konde krijgen soo hadde Gede. gesegt dan neem ik het voor mijn broer aan, en als mijn broer mij daar toe het gelt geeft dan sal ik het joe wel geven soo hadde de vrouw geantwoord het is goet. Waar op de soons van Levij hadden gesegt dat die broer van Gede. nog gelt van haar quam, waar op de vrouw van Levij misbaar hadde gemaakt en gesegt, sij wilde het dan niet misten, waar op Gede. gesegt hadde ik hebbe het gekoft, en gaa er nu ook met heen, waar op Gede. was weggegaan met het vlees soo hij gekoft hadde, en hadden zij hem doe agter na geroepen en gescholden, het welke ligtelijk van andere menschen soude gehoort zijn die bij de hegge hadden gestaan toen sij dat misbaar maakten.
De Impetr. hier tegens verklaarde dat hij selve niet te Huis was geweest,
waar op de huisvrouw van Levij Grietje Driewes afsonderlijk met Levij Jacobs zijnde verstaan liet tekenen wel te kunnen bewijsen dat Gede. tegens haar wil en dank met het vlees uit huis was gegaan, en soo verre buiten huis was voorgevallen; edog hadde Gede. binnenshuis dat vlees ook met gewelt haar afgenomen, en sonder wegen mede genomen, maar door dien hier bij geen bewijs was geweest als zij Grietje Driewes met hare kinderen, waar van het oudste van die toen tegenwoordig waren genaamt David Levij omtrent vijftien Jaar oud was, en zij geen getuigen in eigen sake konden zijn, soo waren zij hunnent wegen van Gede. wegen afgekoft van dese actie voor een Gouden Ducaat, welke hun betaalt was, en hadde Gede. aangenomen de kosten mede te willen betalen. De Gede. wederom verstaan verklaarde dat volkomen ontschuldig was maar aangesien hij tegens de jode wiens boedel thans onder beschrijvinge was en niets te verliesen hadde even daarom niet hadde willen pleiten gelijk zijn familie ook daar tegen was soo waren die daar mede geaccordeert voor een gouden Ducaat, en de kosten hier over aangewent, welke ducaat de jode ook al hadde."

In Ommelander Archieven (OA 2/760) komt tersprake het zgn.bestiaalregister (=slachtregister) van Eenrum van 1780. Levij Jacobs laat slachten 24 lammeren, 1 gebrekkig zwijn (niet kosher voor een Jood!!), 2 twenter ossen en 4 kalveren. Hij betaalde de belasting over de geslachte beesten. Zou niet zelf sjocheet (=ritueel slachter) zijn geweest?

Tenslotte figureert "den Jode Levij Jacobs" tijdens "Rechtdagen in Judicio tot Eendrum" op 31 Juli en op 10 Oct. 1781. Behandeld wordt de zaak tussen Jan Cornellis, schipper te Eendrum, die door Levie ervan wordt beschuldigd hem te hebben geslagen en te hebben verwond met beschadiging van kleding. Het blijkt dat Levie op 5 Nov. 1780 ten huize van Jan Cornellis nogal wat "soopjes" had gekocht en daarna Jan Cornellis ervan betichtte dat deze zou hebben verteld aan o.m. Abel Jacobs en Jan Alderts Bakker dat Levie de schoengespen van zijn zoon zou hebben gestolen, en zulks nogwel terwijl zij altijd goede vrienden waren geweest. Daarop dreigde Levie om Jan Cornellis wel te zullen leren, met als gevolg een hoofdwond en een gescheurd cammisool voor Levie. Jan Cornellis wordt veroordeeld voor twee daalders en de kosten, die hij voldoet.

In de registers van voogdijzaken van het gericht van Eendrum wordt op 19 Juli 1766 (toeg.nr.734/141) een voogdijzaak behandeld betreffende de erfenis van wijlen Martjen Jans, onmondige dogter van wijlen Jan Melis en wijlen Jantien Jacobs. In de overlevering van de boedel komt voor:"een verzegelde pachtbrief voor Rigter Lambertus Eilerts in data den 22 May 1731 beleden van 3,5 jukken land gelegen onder Eenrum van pupilles (= Martjen Jans) moeder haar aangeërft thans door Folkert Jacobs gebruikt voor 41 gulden jaarlijks waarvan de huire tot midwinter 1765 betaalt en verzekert is: Nog een heemstede Pouwels Hoff genaamt in deselve versegeling begrepen, thans door Levy Jacobs gebruikt waarvan het jaar huire Midwinter 1765 verschenen nog restant, en alle voorgaande huire verrekent is". Het huwelijk van Levy Jacobs en Grietje Drewes is niet geregistreerd in Eenrum,maar dat trouwboek heeft een lacune van 1735-1770.
In een aantal akten opgemaakt door Rigter Henricus Cleveringa in de periode van 1759-1781 (RAG, Hunsingo, toegang 734, inventarisnr.196, 197 en 203) is sprake van Levij Jacobs resp. Grijtje Dreeuwes.

In een akte (734/196),opgemaakt 3 Nov.1764 met een bijbehorend taxatie uitgevoerd op 11,13, 14 Maij 1765, van goederen nagelaten door Jannes Julles ten behoeve van zijn kinderen bij wijlen Bijwke Tomas en bij zijn weduwe Grietje Berends Bloem is sprake onder het hoofd "Doodskosten" van een post "betaalt aan Levij de Jood voor geleverd"vleis" ten bedrage van 11 Guldens, 7stuivers en 4 centen"

In een akte opgemaakt 3 Juni 1767 (Toeg.734/Invent.nr 197) wordt door de crediteuren van Levij Jacobs de Joode publiek verkocht een "huisje en hutte" staande tot Eenrum op"Strijkgelt Conditien". De gedwongen verkoop vond plaats omdat Levie Jacobs, zoals hij grif toegaf, door de H.W. Geb. Heer G. Alberda van Dijksterhuis geleverde schapen, niet had betaald.

Volgens een akte (25 April 1769;Toeg./Invent.734/203) wordt door Wibbe Sijverts en Trijntje Derks Cleveringa aan Levij Jacobs en Grijtje Dreeuwes een huis verkocht voor 150 Carolus guldens, gelegen tot Eenrum op de "biggestart" op grond van Henrica Wyrsema wed. Dom. J. Metelercamp.

In een akte d.d. 15 Maart 1774 (Toeg./Invent.734/196) behelzende een inventaris opgemaakt na de dood van wijlen Martjen Sikkes, gewezen huisvrouw van Sijmen Pieters, is onder de post "Doodskosten" een bedrag van 1 gulden en 10 stuivers opgenomen voor de levering van vlees door Levij de Jood.

In een akte d.d. 20 Mei 1775 (Toeg./Invent.734/196) betreffende een inventarisatie van de goederen van Trijntje Derks en "wijlen haar Eheman Wibbe Sijwerts" (een manufacturier te Eenrum) wordt onder de tegoeden gemeld een post van 8 gulden, 7 stuivers, 4 cent te betalen door Levij Jacobs.

In RAG 734/446,"Protocol en petities van het gericht te Pieterburen" komt "Levie de Joode" ter sprake op zittingen van 16 Jan. , 13 Febr., en 20 Febr. 1759. Levie klaagt aan een zekere Jannes Tijmens uit den Andel die hem heeft "aangerant" en geslagen, resp. vuistslagen heeft toegebracht. Levie verlangt een conclusie per "wietebrief"(=dagvaarding). Het gericht beveelt een taxatie en moderatie te voldoen door Jannes Tijmens. Op 20 Febr. overlegt Levie een gemodereerde specificatie van 58 gulden die niet is voldaan en hij verzoekt voor genoemde somma executie van goederen van Jannes Tijmens te den Andel. Dit wordt geaccordeerd door het gericht.

Uit RAG 734/140: Commissie gehouden in 't Regthuis te Eenrum den 2 Febr. 1779
In saken Levij Jacobs Impetr.op en tegens Pieter Reints Gede. als ter conclusie:
"De Gede. bragt in commissie voor dat hij op de voormiddag van den 25 Decembr 1778 was gegaan na 't Huis van Levij en gevraagt aan de vrouw of zij een stukjen vlees te koop hadde, waar op zij ja had geantwoord, soo had Gede.gesegt hij wilde het voor zijn Broer Cornellis kopen, waar na Gede. aan de soon gevraagd had hoe swaar dat stukje was dat in 't voorhuis hing, soo had de jonge gesegt van een pond of ses na zijne gedagten, waar op de vrouw van Levij en soon het hem hadden toegewogen op 10 lb soo had Gede. gesegt dat was hem haast al te veel, waar op de vrouw van Levij gesegt hadde joe volk hebben van de morgen ook vlees gekregen en hebben voor het pont twee blanken geven waar voor hij Gede. het ook konde krijgen soo hadde Gede. gesegt dan neem ik het voor mijn broer aan, en als mijn broer mij daar toe het gelt geeft dan sal ik het joe wel geven soo hadde de vrouw geantwoord het is goet. Waar op de soons van Levij hadden gesegt dat die broer van Gede. nog gelt van haar quam, waar op de vrouw van Levij misbaar hadde gemaakt en gesegt, sij wilde het dan niet misten, waar op Gede. gesegt hadde ik hebbe het gekoft, en gaa er nu ook met heen, waar op Gede. was weggegaan met het vlees soo hij gekoft hadde, en hadden zij hem doe agter na geroepen en gescholden, het welke ligtelijk van andere menschen soude gehoort zijn die bij de hegge hadden gestaan toen sij dat misbaar maakten.
De Impetr. hier tegens verklaarde dat hij selve niet te Huis was geweest,
waar op de huisvrouw van Levij Grietje Driewes afsonderlijk met Levij Jacobs zijnde verstaan liet tekenen wel te kunnen bewijsen dat Gede. tegens haar wil en dank met het vlees uit huis was gegaan, en soo verre buiten huis was voorgevallen; edog hadde Gede. binnenshuis dat vlees ook met gewelt haar afgenomen, en sonder wegen mede genomen, maar door dien hier bij geen bewijs was geweest als zij Grietje Driewes met hare kinderen, waar van het oudste van die toen tegenwoordig waren genaamt David Levij omtrent vijftien Jaar oud was, en zij geen getuigen in eigen sake konden zijn, soo waren zij hunnent wegen van Gede. wegen afgekoft van dese actie voor een Gouden Ducaat, welke hun betaalt was, en hadde Gede. aangenomen de kosten mede te willen betalen. De Gede. wederom verstaan verklaarde dat volkomen ontschuldig was maar aangesien hij tegens de jode wiens boedel thans onder beschrijvinge was en niets te verliesen hadde even daarom niet hadde willen pleiten gelijk zijn familie ook daar tegen was soo waren die daar mede geaccordeert voor een gouden Ducaat, en de kosten hier over aangewent, welke ducaat de jode ook al hadde."

In Ommelander Archieven (OA 2/760) komt tersprake het zgn.bestiaalregister (=slachtregister) van Eenrum van 1780. Levij Jacobs laat slachten 24 lammeren, 1 gebrekkig zwijn (niet kosher voor een Jood!!), 2 twenter ossen en 4 kalveren. Hij betaalde de belasting over de geslachte beesten. Zou niet zelf sjocheet (=ritueel slachter) zijn geweest?

Tenslotte figureert "den Jode Levij Jacobs" tijdens "Rechtdagen in Judicio tot Eendrum" op 31 Juli en op 10 Oct. 1781. Behandeld wordt de zaak tussen Jan Cornellis, schipper te Eendrum, die door Levie ervan wordt beschuldigd hem te hebben geslagen en te hebben verwond met beschadiging van kleding. Het blijkt dat Levie op 5 Nov. 1780 ten huize van Jan Cornellis nogal wat "soopjes" had gekocht en daarna Jan Cornellis ervan betichtte dat deze zou hebben verteld aan o.m. Abel Jacobs en Jan Alderts Bakker dat Levie de schoengespen van zijn zoon zou hebben gestolen, en zulks nogwel terwijl zij altijd goede vrienden waren geweest. Daarop dreigde Levie om Jan Cornellis wel te zullen leren, met als gevolg een hoofdwond en een gescheurd cammisool voor Levie. Jan Cornellis wordt veroordeeld voor twee daalders en de kosten, die hij voldoet.

In de registers van voogdijzaken van het gericht van Eendrum wordt op 19 Juli 1766 (toeg.nr.734/141) een voogdijzaak behandeld betreffende de erfenis van wijlen Martjen Jans, onmondige dogter van wijlen Jan Melis en wijlen Jantien Jacobs. In de overlevering van de boedel komt voor:"een verzegelde pachtbrief voor Rigter Lambertus Eilerts in data den 22 May 1731 beleden van 3,5 jukken land gelegen onder Eenrum van pupilles (= Martjen Jans) moeder haar aangeërft thans door Folkert Jacobs gebruikt voor 41 gulden jaarlijks waarvan de huire tot midwinter 1765 betaalt en verzekert is: Nog een heemstede Pouwels Hoff genaamt in deselve versegeling begrepen, thans door Levy Jacobs gebruikt waarvan het jaar huire Midwinter 1765 verschenen nog restant, en alle voorgaande huire verrekent is".
Een genealogie over de "Bakema's van Joodse afkomst (Eenrum)" werd gepubliceerd door Petronella J. C. Elema in Gruoninga, jaargang 2000, blz.94-101. [Bron: internet W. Helder www.xs4all.nl/~whelder]