Eilke Levys Bakema, 17781851 (leeftijd 73 jaar)

Naam
Eilke Levys /Bakema/
Voornamen
Eilke Levys
Achternaam
Bakema
Geboorte
Beroep
Dagloner
Woonplaats
Overlijden van vader
Notitie: Ten tijde van het overlijden van zijn zoon Jacob in 1786 is zijn verblijfplaats onbekend. Binnen de familie Vink (nakomelingen van Hendrik Vink en Diewertje Kuur, kleindochter van Drewes Levys) gaat het verhaal dat Levie Jacobs die als veekoopman rondtrok met soms misschien een goedgevulde beurs, op de weg van Mensingeweer naar Baflo bij Mattenesse werd vermoord.Gezien het feit dat hij in 1781 nog voor het gerecht in Eenrum verscheen en in 1786 bij de dood van zijn zoon Jacob niet aanwezig was, zou dit tussen 1781 en 1786 gebeurd kunnen zijn.
Overlijden van een broer
Overlijden van moeder
Huwelijk
Geboorte van een dochter
Geboorte van een zoon
Geboorte van een dochter
Geboorte van een dochter
Geboorte van een kind
Overlijden van een kind
Geboorte van een dochter
Geboorte van een dochter
Geboorte van een zoon
Geboorte van een zoon
Geboorte van een zoon
Overlijden van een zoon
Geboorte van een zoon
Overlijden van een zoon
Beroep
Geboorte van een zoon
Overlijden van een zoon
Huwelijk van een dochter
Huwelijk van een dochter
Overlijden van een broer
Notitie: Blijkens zijn overlijdensakte, opgemaakt op 17 April 1828 door Benno Roelfs Ekkens, burgemeester te Eenrum, verklaarden de aangevers te weten Jan Sjabbes Dijkema (49j landbouwer te Pieterburen) en Klaas Jacobs Helder(34j landbouwer te Pieterburen) dat in huis nr 84. hun buurman David Levys Bakema is overleden op 15 April 1828. Zij verklaarden niet te weten waar deze man geboren is, noch wie zijn ouders waren. [Bron: internet W. Helder: www.xs4all.nl/~whelder]
Overlijden van een zus
Notitie: In het armenhuis van Eenrum
Overlijden van een broer
Huwelijk van een zoon
Overlijden
Gezin met ouders
vader
moeder
Kerkelijk huwelijk Kerkelijk huwelijkrond 1757
5 jaar
oudere broer
17611828
Geboorte: rond 1761 31 25 Eenrum
Overlijden: 15 april 1828Pieterburen
5 jaar
oudere zus
17661835
Geboorte: 10 april 1766 36 31 Eenrum
Overlijden: 1 mei 1835Eenrum
3 jaar
oudere broer
Gedenksteen in de toren van Pieterburen
17691846
Geboorte: 8 mei 1769 39 34 Eenrum of Pieterburen
Overlijden: 15 november 1846Pieterburen
5 jaar
oudere broer of zus
1 jaar
oudere broer
17731786
Geboorte: na december 1773 43 38
Overlijden: 23 december 1786Eenrum
4 jaar
hijzelf
Gezin met Trientje Jans de Jong
hijzelf
echtgenote
Huwelijk Huwelijk28 april 1799Bellingeweer
4 maanden
dochter
17991868
Geboorte: 6 september 1799 21 23 Bellingweer
Overlijden: 16 april 1868Winsum
16 maanden
zoon
13 maanden
dochter
18011875
Geboorte: 27 januari 1801 23 24 Obergum
Overlijden: 21 juni 1875Hengelo, Overijssel
3 jaar
dochter
3 jaar
kind
4 jaar
dochter
18091893
Geboorte: 21 oktober 1809 31 33 Eenrum
Overlijden: 20 juni 1893Haakswold, Ruinerwold
2 jaar
dochter
18121866
Geboorte: 5 maart 1812 34 35 Eenrum
Overlijden: 18 juni 1866Leiden
2 jaar
zoon
18141886
Geboorte: 16 april 1814 36 38 Eenrum
Overlijden: 14 mei 1886Noordwolde, Weststellingwerf
2 jaar
zoon
18161897
Geboorte: 22 juni 1816 38 40 Eenrum
Overlijden: 13 oktober 1897Frederiksoord, Vledder
2 jaar
zoon
18181818
Geboorte: 20 juli 1818 40 42 Den Hoorn, Leens
Overlijden: 26 juli 1818Den Hoorn, Leens
16 maanden
zoon
18191819
Geboorte: 19 november 1819 41 43 Eenrum
Overlijden: 20 november 1819Eenrum
14 maanden
zoon
18211821
Geboorte: 10 januari 1821 43 44 Frederiksoord, Vledder
Overlijden: 6 mei 1821Frederiksoord, Vledder
Notitie

https://whelder.home.xs4all.nl/oudlevy-frm3.htm

olgens overlevering bij monde van Eelke Bakema (Eelke Bakema geb.03-08-1920, woonachtig te Assen) zou Eilke met een hoge officier als paarden verzorger de Russische veldtocht hebben meegemaakt en bij Moskou zijn geweest(1812). Na een terugtocht vol ontberingen (bijv. beschutting zoekend in de huid van een geslacht paard) zou deze oficier de voorspraak zijn geweest voor opname in de Kolonie van Weldadigheid te Frederiksoord. De betreffende brieven over de Russische ontberingen zouden door de vader van Eelke Bakema te Assen zijn uitgeleend en daarna verloren gegaan.(bron: Jur Visser, Haarlem).

Notitie

http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Archief/Appingedam.html

De koeijen zijn de magerste in de kolonie
De derde kolonist uit het arrondissement Appingedam is de jongste van het stel en heet Eilke Levys Bakema. Hij is 42 jaar als hij zich juni 1820 in Frederiksoord-2 vestigt. Hij is een kind uit een in die tijd zeldzame soort van gemengd huwelijk. Zijn vader heette Levy Jacobs, een 'slagter en schapenhandelaar' die in diverse gerechtelijke aktes voorkomt als 'Levie de Joode', zijn moeder was een hervormde 'daglonerse' te Eenrum. Een oudere broer van Eilke was in 1805 als timmerman een van de bouwers van de toren van de hervormde kerk in Pieterburen. Of het er iets mee te maken had of niet is onbekend, maar een jaar later liet die broer zich samen met een zus christelijk dopen. Weer vijf jaar later kreeg hij de grote opdracht om het interieur van diezelfde kerk te vernieuwen. (10)

Of Eilke Levys Bakema zelf ook ooit officieel is toegetreden tot het christelijke geloof is onbekend, maar op de kolonie worden hij en zijn gezin ingeschreven als 'hervormd'. Lezen en schrijven kan Eilke niet maar landarbeiden blijkbaar wel. Na een paar jaar krijgen ze een koperen medaille en in oktober 1824 komen ze voor op een door de directeur opgestelde 'lijst van eenige kolonisten welke door de Kleine Raad geschikt zijn geoordeeldt om als boeren op grote hoeven bij eene der etablissementen te worden overgeplaatst'. Vrijboeren dus, met een grote boerderij (boek blz. 331) en met veel land dat mede bewerkt moet worden door de bedelaars die in het 'etablissement' vastzitten. De 20ste van die maand betrekken ze de grote boerderij nummer 13 bij de Ommerschans.

Het gaat een jaar goed. Tot twee employées van de Maatschappij het nodig vinden om - 'op heden den drieentwintigste november des jaars eendui­zendachthonder­denvijfentwintig'- een proces verbaal op te maken vol met beschuldigingen tegen de familie.

Om te beginnen was geconstateerd dat 'de aardappelen ongedekt en voor alle weder bloot stonden'. Toen ze Eilke daarover aan zijn vestje trokken 'heeft hij gezegd zulks niet geweten te hebben'. Vervolgens bleek dat 'het hooi rondom de hooimiet verslingerd en in de modder getrapt was (..) en overigens slingerde het hooi over de gansche deel zelfs met zoo eene ongeregeldheid dat zulks geen mensch met billijkheid konde aanschouwen zonder zijn misnoegen te kennen te geven.'

Zo zijn er meer klachten en die worden ondersteund door de hoogste gezagsdragers ter plekke die bij de Bakema's alles ontwaren 'wat een huishouden van onverschillige en verwaarlozende menschen aan­duidt: de koeijen zijn de magerste in de kolonie, met de paarden is het niet beter gesteld'. Men spreekt van 'verregaande neglisentie in de uitvoe­ring zijner pligten, veront­achtzamen der hun aanvertrouwde goederen'

Maar het belangrijkste is toch wel de reactie op deze kritiek en en het feit dat die reactie komt van Bakema's echtgenote. Trijnje Jans de Jong, 49 jaar tevoren geboren in Bellingeweer, is niet van plan zich door de bemoeials te laten intimideren. 'Ik zal voor de bliksem Mijnheer Visser wel spreken,' zegt zij, verwijzend naar de koloniedirecteur die het gezin voor het vrijboerschap heeft voorgedragen. Ze uit 'niets dan brutale uitdrukkingen' volgens de twee verbalisten. 'Zoo hebben wij haar bij den arm genomen om haar de fout aan te tonen, dan genoemde vrouw heeft niet opgehouden met brutaliseeren'. Ze gaan er iets van zeggen tegen Bakema die op het land is: 'doch heeft hier op niet geantwoord'.

Ook voor de directie is het de 'alles overschreeuwende, vloekende en door en door brutale vrouw', die de doorslag geeft bij het besluit om de Bakema's het vrijboerschap te ontnemen en ze terug te plaatsen naar Frederiksoord. Maar als een aantal jaren later daar kleine hoeves worden samengevoegd ten gunste van grote boerderijen voor vrijboeren, behoren de Bakema's weer tot de eersten die tot die status bevorderd worden. Misschien dat vrouw Bakema tegen die tijd begrepen heeft dat je in de koloniën een beetje moet 'meeveren' om iets te bereiken? (11)

Notitie

http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Archief/Appingedam.html

Van Eilke Levys Bakema was hiervoor al verteld dat hij in Frederiksoord opnieuw vrijboer werd en dat blijft hij tot zijn dood in 1851. Van de vijf meegekomen kinderen (één dochter was in Groningen gebleven) kiezen er drie voor het koloniale bestaan.

De oudste dochter Frouwke of Vrouwke trouwt met een kolonistenzoon uit Amsterdam. Na een tijdje als 'arbeidershuisgezin' in Veenhuizen krijgen ze een hoeve op fr kolonir. Dochter Johanna trouwt een kolonistenzoon uit Alkmaar en wordt zo'n twintig jaar kolonistenvrouw tot het gezin vertrekt. Zoon Jacob trouwt een dochter van de eerste en enige kolonist uit het Zeeuwse Sluis, maar zij blijven niet op de kolonie. Zoon Drewes wél, na zijn huwelijk met een wichtje uit de omgeving, voor de uitzondering eens géén kolonistendochter, wordt hij kolonist en later vrijboer tot zijn dood eind negentiende eeuw. Van zijn twaalf kinderen blijven er ook een paar altijd op de kolonie. (13)

Notitie

In trouwboek Bellingeweer: "Den 21 April 1ste en 2de Huwl: Voorstellinge Eilke Levies J:M: van Eenrum, wonende thans te Ranum en Trienje Jans J.D.geboortig van Bellingeweer, wonende te Maarhuizen, 3de maal voorgestelt en getrouwd te Bellingeweer den 28sten April dezes."(=1799).
Het echtpaar vertrok met hun kinderen op 24-07-1820 vanuit Eenrum naar Frederiksoord (Kolonie van Weldadigheid).De plaatsing gebeurde met "contributie van het arrondissement Appingedam". Volgens een brief van de subcommissie Appingedam d.d.12 Juni 1820 zijn zij uitgeloot samen met een familie H.J.Taatgen uit Farmsum uit een totaal van 9 belangstellende gezinnen. De laatste jaren van hun leven woonden zij afwisselend in bij hun kinderen Frouwke, Drewes en Johanna, die allen in de kolonie woonachtig waren. [Bron: internet W. Helder: www.xs4all.nl/~whelder]